Turnhout circulair – De Leefkamer
De Leefkamer: animo en lokale producten met een streepje nostalgie
In De Leefkamer schuif je aan tafel voor een heerlijke, huisbereide maaltijd. In haar missie om mensen aan te sporen meer volgens de seizoenen te eten, werkt Wendy slim samen met lokale leveranciers. Aandacht voor circulariteit sluit naadloos aan op haar verhaal. ‘Onze grootouders konden niet anders dan leven van de circulaire economie. Daar moeten we naar terugkeren.’
Wendy Carnier is het gezicht – maar ook gastvrouw, kok en manusje-van-alles – van De Leefkamer. Wat begon als kok aan huis in bijberoep, groeide in 2021 uit tot een fysieke zaak. ‘Voordien heb ik lang in de marketing- en communicatiesector gewerkt. Maar mijn veertigste verjaardag en een coronajaar zorgden voor een wending: de jobwissels volgden elkaar snel op.’
Toen de verhuurder van haar vorige locatie vroeg of Wendy de horecaruimte van het coworkingcentrum wou uitbaten, besloot ze dat het nu of nooit was. Vandaag is De Leefkamer een knipoog naar de living van je bomma en bompa, waar altijd wel iets lekkers klaarstond. ‘Alleen vond ik De Living geen gepaste naam (lacht).’ Je trakteert er jezelf – of iemand anders – op een koffie of vers gebak, bijvoorbeeld. Korte keten en huisbereide gerechten vormen het uitgangspunt.
In verbinding
Wendy blies leven in een echte ‘babbelplek’, omdat ze eten en drinken als veel meer ziet dan het vervullen van basisbehoeften. ‘Een maaltijd delen, zorgt voor connectie met elkaar en met de plaats waar je bent.’ Tussen alle animo vind je ook heel wat circulariteit: van het 55 jaar oude bestek – ooit een cadeau op het huwelijk van Wendy’s ouders – tot de koffiemokken uit de kringloopwinkel. Die zijn er niet alleen om bij te dragen aan duurzaamheid, trouwens. ‘Ik ben ook gewoon fan van het verzamelen van dingen die anderen ‘oude rommel’ noemen’, lacht Wendy.
De duurzaamheidskaart trekt ze wel heel bewust door producten zo vaak mogelijk in bulk aan te kopen. ‘Dat is ook eigen aan werken met lokale leveranciers. Maar soms kan je niet anders dan terugvallen op individuele verpakkingen. Grote hoeveelheden chilipepers heb ik bijvoorbeeld niet nodig, en omrijden vraagt veel tijd. Het evenwicht vinden tussen het duurzame en het economische, is een grote uitdaging. Regelgeving – bijvoorbeeld rond gekoeld transport of bewaring – vormt soms ook nog een hindernis.’
Samen lokaal
Wendy merkt op dat er kansen schuilen in samenwerking. Een voorbeeld: (Mijn groenteboer levert wekelijks bij mij, maar ook bij de lokale kaasboer die zelf niet aan huis levert. We kwamen overeen dat hij mijn bestelde kaas voor mij meeneemt wanneer hij zijn ronde doet. Voor ons alle drie is dat een goede oplossing. Wanneer ondernemers de krachten bundelen, maken we dergelijke lokale leveringen mogelijk.’
Die samenwerkingen kunnen ook heel kleinschalig zijn. ‘Zo stellen we op dit moment een Whatsappgroep samen met mensen die aan de slag willen met het brood dat ik zelf niet kan hergebruiken. Dan maken zij zelf nog broodpudding of croutons van die overschotten. Dergelijke samenwerkingen komen niet van de ene dag op de andere tot stand, maar je schept er mooie win-winsituaties mee.’
Bewust, maar haalbaar
Alle beetjes helpen, maar Wendy maakt een belangrijke kanttekening: ‘Je hoeft niet heiliger te zijn dan de paus. Daar herinner ik mezelf altijd aan: een concept als dit is maar mogelijk als je jezelf niet te hard beperkt. Wel blijf ik mensen aansporen om te eten volgens de seizoenen. Veel klanten staan al wat verder in dat denkproces, maar ik hoor zeker ook nog opmerkingen over hoe ‘speciaal’ de menukaart van De Leefkamer is. Het is dan fijn dat je kan vertellen waarom je doet wat je doet.’